Weizen

Witbier en Weizen worden nogal eens met elkaar verward. Best begrijpelijk, maar onterecht. Witbier heeft Belgische roots en is echt wat anders dan de Duitse bierstijl Weizen. De herkomst is dus één verschil, maar er zijn er meer.

Weizen of weisse betekent tarwe; het heeft dus helemaal niks met de kleur te maken. Een Weizen is ook beslist niet bleek of wit. De meeste Weizen hebben een donkergele tot haast oranjeachtige kleur. Ook witbier dankt zijn naam aan tarwe. Vroeger heette tarwe ‘weit’. Na een kleine verbastering werd ‘weit’ ‘wit’. Witbier is bleekgeel en is daarmee lichter van kleur dan de Duitse Weizen.

Witbier wordt vaak vergist met zogenaamde Belgische witbiergist. Deze gistsoort brengt friszure aroma’s met zich mee en is voor een groot deel verantwoordelijk voor de frisheid en de uitstekende doordrinkbaarheid van witbier. Weizen wordt vergist met speciale weizengist, de Weihenstephan-gist is een wereldberoemd voorbeeld. Deze gist zorgt voor fruitige aroma’s die aan bananen en bananenschuimpjes doen denken. 

De oorsprong van tarwebier dat nog het meest lijkt op de Weizen gaat bijna zesduizend jaar terug, in de tijd dat biergeschiedenis werd geschreven in het gebied dat we nu kennen als Irak. Maar als we nu het over Weizen hebben, dan denken we toch al gauw aan München en Beieren in Zuid-Duitsland. De adellijke families verdienden lange tijd een dikke boterham aan de rechten om weizen te mogen brouwen. De populariteit zakte in de tweede helft van de 19e eeuw, waardoor de adellijke families de rechten in 1872 verkochten aan brouwmeester Georg Schneider, die als één van de weinigen toekomst zag in Weizen in de tijd dat pils steeds populairder werd.